Het is niets speciaals, het onderstel van de Scenic. Tenminste, aan de basis. Pseudo McPhersons veerpoten vooraan en een simpele soepele as achteraan. Net hetzelfde als bij de Mégane, waar het behoorlijk presteert, en de Espace en Talisman, waar het gewoonweg teleurstelt. Hier wordt het apart door Renaults keuze voor 20-duimers als enige velgenmaat met relatief dunne banden die dan ook weer een hoge flank hebben. En kijk, dat werkt. Het comfort lijdt er nauwelijks of niet onder en door de brede sporen zijn de koetswerkbewegingen in de bochten eerder beperkt. De stuurinrichting is een kind van deze tijd: gevoelloos, maar correct.
Kleine benzine of kleine diesel
In de neus (goed weggestoken, ocharme wie daar onderhoud op moet verrichten) zit in dit geval een kleine 1.2l turbomotor met 130pk en 205Nm. Een eenheid die er nét in slaagt om correcte prestaties neer te zetten. De acceleratietijd naar 100 krijg je niet onder 11,4 tellen. De top bedraagt 195km/u omdat de versnellingen relatief lang zijn. Bij een normaal gebruik blijf je niet op je honger zitten, maar je trapt het kleine motortje op de adem als je echt vlot wil rijden. Zachter met het gaspedaal is ook beter voor het verbruik. Wij kwamen bij een rustige rijstijl toe met minder dan 7l/100km. Renault geeft zelf overigens 5,8l/100km of 129g/CO2 op.