De Edge is een SUV van de nieuwe generatie. Auto’s die het om de looks te doen is, niet om de capaciteiten, ook al torst deze variant een 4x4-systeem mee dat vanzelfsprekend de grenzen verder stuwt. Het zijn auto’s die niet verhoogd zijn, maar hoger zijn opgebouwd. Je merkt het als je de motorkap opent, wanneer je ziet hoe laag het blok ligt. Da’s slecht niets voor wie denkt dat zo’n hedendaagse SUV veel beter tegen verkeersdrempels kan dan een gewone auto, maar het is uitstekend nieuws voor wie gelijkaardige dynamische prestaties op z’n verlanglijst heeft staan. Het zwaartepunt is immers niet zo hoog als je denkt. En dat betekent minder rolneiging en een beter weggedrag.
Fijn stuurijzer
Zaakjes die Ford doorgaans bovengemiddeld goed voor mekaar heeft. En ook hier is het weer zo. De Edge stuurt opvallend precies, houdt z’n koets goed in het gareel, maar blijft ook nog voldoende soepel om heel wat oneffenheden met acceptabel comfort te incasseren. In z’n klasse ongetwijfeld één van de betere stuurijzers.
Onder de kap van ons oranje testexemplaar zit een 2-liter TDCI met 210pk en 450Nm. Een soepele centrale die ondanks de foutloze schakelijver van de versnellingsbak met zes verzetten en twee koppelingen en de tractie van de intelligente vierwielaandrijving (met torque vectoring) nog alitjd 9,4 tellen nodig heeft voor de sprint. Minder dynamisch dan het eruit ziet, maar het is natuurlijk een hele hoop auto. Net geen 2 ton. In die zin best puik dat Ford dat met 5,8l liter (149g/km) 100km ver krijgt. De praktijk? Doe maar anderhalve liter extra.