We kunnen er niet omheen: de Evoque Convertible is een zware jongen. Er komt zo maar eventjes 300kg bij ten aanzien van de variant met vast dak. 68kg daarvan kruipt in de dakconstructie, de rest is versteviging. Het resultaat is op sommige vlakken voorbeeldig. De Evoque Convertible kraakt of piept niet en verteert oneffenheden zonder de typische rilling door de structuur, het stuur en de voorruitomlijsting. Land Rover wou immers dat je er ook nog het terrein mee kon induiken, ook al doet wellicht niemand dat echt.
Dat gewicht heeft echter ook flinke nadelen. In de besturing valt het allemaal nog reuze mee. De Evoque Convertible stuurt verrassend strak en dynamisch, als je tenminste verdraagt dat je daar door de (fijn afgestelde) elektronica bij geholpen wordt. Maar als het op remmen en acceleratie aankomt, moet je leren leven met de beperkingen. 180pk, 420Nm en een negentrapsautomaat kunnen de dakloze SUV nog steeds niet naar 100km/u krijgen binnen de 10 tellen. Het duurt 3 tienden langer. Een dynamische rijstijl zorgt ook al snel voor een sponzig gevoel in het rempedaal. Dat de Evoque graag gebruikt maakt van z’n elektronica om van richting te veranderen (elektronische koppelverdeling heet dat) helpt daar niet bij. Met de topsnelheid van 195km/u hebben we minder problemen.
En dan is er het verbruik. Land-Rovers eigen nieuwe (Ingenium gedoopte) tweeliter common-rail diesel vraagt op papier 5,7l/100km (149g CO2), maar in de praktijk is het veel, veel meer. Hier kom je er niet met een litertje extra. En ook niet met twee. Met een pluim op het pedaal en meer discipline dan ons lief was haalden we 8,5l/100km.