115pk en 280Nm betekent dat de Sportage zich correct gedraagt, zonder meer. De acceleratietijd bedraagt 11,5 seconden en de veel minder relevante topsnelheid is 176km/u. De zesbak laat zich uitstekend en accuraat bedienen, wat erg meegenomen is, want je bent er best vaak mee in de weer als je de zeventienhonderd vlot door het verkeer wil krijgen. Om maar te zeggen dat wat langer doorsparen voor de tweeliter niet zo’n slecht idee is. Die stoot dan echter ook meteen wat meer uit: 139g/km tegen 119g/km voor de door ons geteste configuratie. Die bleek in de praktijk ook flink meer te lusten dan de 4,6l die met dat CO2-cijfer overeen komt. Onder de 7 liter was hij zelfs met een pluim op het pedaal niet te krijgen. En dat terwijl we de 1.6 turbo op benzine op hetzelfde parcours wél onder die drempel kregen. Nog maar zelden meegemaakt…
Uitstekend comfort
De 1.7 weegt zo maar eventjes 150kg minder dan de 2.0 en dat merk je als je aan het stuur draait. De voorwielen met net een tikkeltje meer overgave in hun nieuwe koers en houden het ook wat lager vol voor het onontkoombare onderstuur de kop op steekt. En lof is er ook voor ophanging en onderstel, dat maximaal lijkt te profiteren van de toegenomen stijfheid. De Sportage blijft in de bochten immers behoorlijk vlak, zonder dat op vlak van filtering (kleine oneffenheden, dwarsrichels, dat soort zaken) de gebruikelijke prijs te betalen. De ingenieurs wisten optimaal te profiteren van z’n geheel onafhankelijke ophangingsarchitectuur.