Je hoeft een Mégane nog maar van in de verte te zien en je hebt meteen in de gaten dat Renault gepoogd heeft een aantrekkelijke middenklasser neer te zetten. Een zaak die niet half gelukt is, ook al vinden we die lichtsignatuur voor- en achteraan behoorlijk ver gezocht. Ze slaagt er evenwel in de auto meteen herkenbaar te maken, dus laat ons het erop houden dat deze missie alvast geslaagd is.
De Mégane rust op een breder spoor en een grotere wielbasis dan voorheen. En daarover is een koets geplooid die ruim 6cm langer is dan voorheen en tegelijk 2,5cm lager werd. Renault moet, zoals iedereen, het frontale oppervlak ‘managen’ in functie van het verbruik. Je merkt aan de binnenkant niets van de verdwenen centimeters boven je kruin maar des te meer van de toegenomen ruimte aan ellenbogen en (achteraan) knieën.
Hoge laaddrempel
In dit mooie liedje klinkt niettemin af en toe nog een valse noot. De assemblage was niet overal even feilloos en de kofferklep zadelt je op met een best hoge laaddrempel. Daarachter zit een behoorlijk laadvolume van (VDA) 384l.