Binnenin kan je moeilijk aan z’n Duitse roots ontsnappen. De knopjes, middenconsole, sleutel, de opstelling van de elementen… het is allemaal puur A-Klasse. Dat zou een sterk punt kunnen zijn, maar de A is spijtig genoeg niet Mercedes sterkste product. De instapversies hebben bedenkelijke materialen, de geluidsisolatie is niet meer dan correct, het infotainmentsysteem werkt niet intuïtief… dat soort zaken. En deze wannabe-premium-Japanner heeft dat allemaal duidelijk in de genen zitten. Het dashboardkastje en de binnenkant van de deurpanelen is in keihard plastic bijvoorbeeld. Een gemiste kans.
Aan ruimte geen zee en geen gebrek, maar de zittingen van de voorzetels zijn aan de korte kant en de koffer van 360l breekt zeker geen records.
Het Infiniti-design kon hier minder radicaal doorgevoerd worden en dat is wellicht een goede zaak. Anderzijds is het kleurenscherm bovenaan de middentunnel (bij de A-Klasse zo’n bedenkelijk ogende vrijstaande tablet) hier wel behoorlijk ingewerkt.
Je zit uitstekend in de Q30
En we kunnen nog meer zalven, want de zetels bieden wel voldoende steun en comfort en het ruim verstelbare stuurwiel garandeert een goede zithouding. Wie wat kleiner is of dicht bij het stuur zit, zal overigens opmerken dat de versnellingspook te ver naar achter zit om comfortabel te zijn.
De Japanners zijn zo fier als een hoentje op de automatische parkeerfunctie (waarvan we weten dat die eigenlijk nutteloos is) in combinatie met een 360° camerasysteem. Die combinatie bestond nog niet eerder in dit segment. Vooral die camera’s zijn een goede zaak, want de zichtbaarheid rondom hebben we al beter geweten.