Nieuwe zetels, fijne sierlijsten, meer hoofdruimte en meer beenruimte voor de inzittenden achteraan. En 480l in de koffer. En het goede nieuws: al die dingen zijn standaard. Voor de meeste andere zaken moet je immers bijbetalen. Je begint je dus best pas te verlekkeren op het digitale dashboard (Audi had zelfs niet één testexemplaar met een normaal instrumentarium voorzien) als je er de prijs voor gezien hebt. En er zijn natuurlijk ook een onvoorstelbare selectie apps en ‘connected services’ die je zelfs niet alleen bij je aankoop, maar ook erna nog geld uit de zakken kunnen slaan. Uit recent onderzoek blijkt overigens dat 90% van die snufjes door de gebruikers nooit wordt aangezet. Misschien de moeite om de druk van de verkopers te weerstaan en voor iets te kiezen waar je echt iets aan hebt.
Comfort
Het zitcomfort en de rijhouding zijn uitstekend, maar niet écht perfect. Daardoor zit het stuurtje nog steeds iets te veel naar links. En hoewel het plaatsaanbod achteraan werd bijgespijkerd, heb je nog steeds niet het gevoel met een echt ruime auto onderweg te zijn. Daar heeft de vormgeving veel mee te maken, want centimeters zijn er toch echt genoeg.
Tussen alle zachtgevoerde materialen, piekfijn geassembleerde panelen en fijne sierlijsten zitten ook enkele dingen waar we niet wild van zijn. Dat scherm voor het MMI-systeem dat Audi gewoon (vast) tegen het dashboard parkeert bijvoorbeeld. Je had het er ook zelf in kunnen vijzen. En hoewel er algemeen gedweept wordt met de interface van het MMI-systeem, zijn we er op deze redactie geen fan van. Je moet immers steevast naar de middentunnel kijken als je wat wil doen.