Audi heeft een nieuwe A4. Een auto waarvan je het belang nauwelijks kan overschatten en waarin het merk met de vier ringen een beetje een andere filosofie zal volgen dan z’n rechtstreekse concurrenten van Mercedes en BMW. Dat laatste mag gerust opmerkelijk genoemd worden, want de jongste generaties was er sprake van een regelrechte tegenprogrammatie.
Natuurlijk willen de Duitsers nog steeds dezelfde klanten aan de haak slaan. In ons land is 8 op 10 daarvan een leasingrijder. Mensen voor wie de CO2-uitstoot een grote invloed heeft op de keuze. En Audi gaat laag - al vanaf 95g/km en amper 109g/km voor de 190pk sterke diesel die we hier op de pijnbank leggen. Maar ze komen uitsluitend uit 2-liter diesels, terwijl de C-Klasse en BMW 3-Reeks het met tot een halve liter slagvolume minder doen en soms zelfs ook een cilinder prijsgeven. De downsizing lijkt dus een halt toegeroepen. Tenminste, bij de diesels. Bij de benzines zit er wel een 1.4 TFSI in het programma.
Met zescilinders
Aan de andere kant introduceert Audi wél meteen zescilinders. Zowel een benzine als een diesel van 3 liter tekenen present, maar je vindt in de tabellen voor ons land alleen de diesel terug. Tot 272pk, terwijl de instapper van 2-liter slechts 136pk levert. Voldoende dus voor een breed smakenpalet.
En de prijs?
Een koopje is de A4 niet. € 29.950 is net voldoende voor een instapper op benzine zonder de minste toeters en bellen. En een diesel kost je nooit minder dan € 32.800. In een segment van niet bepaald goedkope premium Duitsers is dat… niet goedkoop. Het testexemplaar maakt je € 36.700 armer, tenzij je het vergelijkbaar uitgerust wil zien. Doe er dan nog maar eens € 10.000 bij.