De Ford Mondeo is nooit een Amerikaan geweest. Althans, dat was tot ruim 3 jaar geleden het geval. Toen werd in Detroit de nieuwe Fusion voorgesteld, een auto die pas in recente termen als Mondeo op de Europese wegen is verschenen. Dat één en hetzelfde model wereldwijd aan de man gebracht moest worden, is gek genoeg één van de redenen waarom de Mondeo zo laat is. De Amerikanen dachten op sommige vlakken wat kort door de bocht te kunnen gaan en het heeft wat langer geduurd dan voorzien om alles conform de Europese eisen te maken.
Tegelijk moest Ford in Europa de fabriek in Valencia klaarstomen voor het model. Daarvoor wordt techniek gebruikt die de Spanjaarden nog niet gewend waren. En dan is er natuurlijk nog de onfortuinlijke sluiting van de productievestiging in ons eigen Genk dat wél ruim ervaring had met de bouw van dit type voertuigen. Een gevolg van een erg onfortuinlijke economische realiteit en een structurele overcapaciteit in de sector, wat ook niet vergeten hoeft te worden.
Het aanbod
De nieuwe Mondeo koop je in de meeste gevallen als vijfdeurs of Clipper (lees: break). Motorengewijs kan je kiezen uit 3 benzinecentrales (met een vermogensoutput van 125 tot 240pk) en 2 diesels (120 tot 210pk). Een automaat kan bij bepaalde versies, vierwielaandrijving enkel bij de tweeliter diesel met 150 of 180pk. Een start/stop-systeem zit dan weer in alle Mondeo's.
De prijzen dan? Die starten bij € 24.700 voor de vijfdeurs, € 26.200 voor de Clipper en € 38.850 voor de goedkoopste Vignale (de luxelijn bij Ford). Een benzinehybride is er trouwens ook (de enige vierdeurs, met 99g/km CO2-uitstoot) en die kost minstens € 38.350. Waar wij het deze keer mee doen? Met een Mondeo die duidelijk meer op comfort inspeelt dan met spierballen te rollen. De fleetkeuze bij uitstek dus, beschikbaar vanaf € 26.950.