Hyundai heeft een nieuwe Tucson. Ja, een Tucson en niet een ix35. Want terwijl de alfanummerieke benaming gehandhaafd blijft voor de meeste modellen uit het gamma, keren de namen terug voor de SUV’s. Dat is toch beter, heeft Hyundai besloten.
Dat betekent echter niet dat de nieuwe Tucson veel gemeen heeft met z’n voorvader van twee generaties geleden. Integendeel. Hij heeft er niets meer mee gemeen. En dat stelt Hyundai meteen voor de eerste uitdaging. Want terwijl Hyundai met de eerste Tucson heel wat klanten veroverde door prettig, ruim en comfortabel te zijn voor een erg toegankelijke prijs, vind je het nieuwe exemplaar in een segment dat gevoelig groter is en waaraan een hoger prijskaartje kleeft. Vanaf € 29.649 voor de 1.6 benzine met 132pk en zelfs € 32.149 voor de 1.7 CRDi met 115pk. En deze 2.0 CRDi 4WD met 185pk? Die kost je al minstens € 39.599. Op twee generaties is de prijs dus bijna verdubbeld. En dat betekent dat Hyundai op zoek gaat naar andere klanten. Het wil die koopjesjagers niet meer.
Goed uitgerust
Omdat de invoerder de prijs van de speciale lanceeredities voorschotelt, gaat het wel om goed uitgeruste modellen. Erg goed uitgeruste modellen zelfs. Met 19-duimers (behalve op de 1.6 benzine), parkeersensoren rondom, cruise control, automatische airconditioning, elektrisch verstelbare zetels, getint glas, multimedia GPS, achteruitrijcamera, een compleet lederen interieur… En als Luxury Launch Edition (zoals hier) komen er nog eens LED-koplampen, geventileerde zetels, een verwarmd stuurwiel en een elektrische kofferklep bovenop.
Flirtte de Tucson één paragraaf eerder nog met prijzen uit het premium-segment, dan lijkt dat nu allemaal een pak beter te verteren, met dank aan de uitrusting.