De CX-3, dat is Mazda's antwoord op de Nissan Juke en Renault Captur. Een logisch model, aangezien kleine cross-overs zeer goed verkopen. En toch zou je de Mazda-ingenieurs haast voor gek verklaren. Want behalve een zeer aannemelijke 1.5 liter turbodiesel propt het merk ook een atmosferische tweeliter benzinemotor in de CX-3. Vreemd is dat in tijden van downtuning en al zeker als je weet dat zelfs mastodonten zoals de Renault Espace zich tegenwoordig enkel door motoren met niet meer dan 1,6 liter cilinderinhoud laten voortbewegen. En toch... gek zijn ze bij Mazda allesbehalve. De 2.0 waarvan sprake zou immers zuinig met brandstof omgaan, wat dus ook een lagere uitstoot van CO2 oplevert. Voeg daarbij dat veel kopers worstelen met het idee dat kleine, opgepepte motoren minder lang meegaan dan grotere centrales met minder vermogen in verhouding en je snapt waarom de benzineslurpende CX-3 slaagkansen verdient. Misschien zelfs nog meer dan de enige diesel uit het aanbod. Waarom? Dat verneem je in deze duotest.
Het aanbod
De benzine-CX-3 - lees: Skyactiv-G - is er met 120pk of met 150pk. Wie liever dieselt (Skyactiv-D), komt sowieso bij de 105pk sterke 1.5 terecht. Prijzen starten bij € 17.990 (benzine) of € 21.990 (diesel). Een zestrapsautomaat valt met alle keuzes te combineren, vierwielaandrijving enkel niet met de 120pk sterke benzinemotor.