De R8 is een tikkeltje dikker dan voorheen. (1,91m breed bij een lengte van 4,42m en een hoogte van 1,24m). Maar het is geen vet dat erbij kwam. Het zijn spieren. Een rigoureus trainingsschema zorgde ervoor dat hij tot 50kg afviel. En de V10+ is nog eens 40kg lichter. Dat is door de vaste carbon achtervleugel, de remmen, gesmede velgen, andere zetelframes…
Het Audi-recept
Bij Audi weet je op voorhand dat je geen designrevolutie moet verwachten. De eerste generatie viel in de smaak, dus de lijnen zijn nu als in steen gezet. Er is alleen ruimte voor evolutie. En we kunnen eigenlijk al voor we de auto gezien hebben blindelings zeggen wat dat inhoudt. Scherpere vouwlijnen, kunstig verwerkte lampen met LED’s of (vooraan) lasers en 3D-effect, een grille die wat nadrukkelijker aanwezig is… dat soort dingen. Alleen de sideblades - de zijdelingse luchthappers die in een contrasterende kleur werden geleverd - zijn minder herkenbaar. Dat komt omdat ze in twee gesplitst zijn. Spijtig, want minder karaktervol. En de bovenste sideblade zit er alleen nog voor de sier, met een (overduidelijk) valse luchtinlaat. Alsof dit soort auto moet doen alsof.
Op de ene plek wint de R8 aan uitstraling, op de andere plaats boet hij wat. Voldoende om de blikken van voorbijgangers te vangen, maar niet genoeg om hun maag te doen keren. Van ondertekende mag het allemaal nog een tikkeltje eigenzinniger, maar je kan niet ontkennen dat Audi’s strategie het bedrijf geen windeieren legt. En wie heeft dan gelijk?
De V10+ oogt agressiever dan het exemplaar zonder plus. Dat komt omdat de velgen in een antracietgrijze tint zijn uitgevoerd, de uitlaatspruitstukken zwart gelakt zijn, er een carbon achtervleugel - niet het meest elegante ding overigens - is verschenen… Details allerhande.