Eigenlijk blijft er van het interieur van de Tivoli niet zo veel hangen. Dat komt natuurlijk door z’n generische design. Overwegend zwart met stijlvolle zilverkleurige accenten en een materialenselectie die je als erg correct kan beschouwen. In dit segment moet je je steevast verzoenen met enkele harde plastics, maar die voelen lang niet slecht aan en ze zijn op z’n minst krasvrij. En op cruciale plaatsen zit wel zacht aanvoelend materiaal. Nog zo’n rubriek waarin het gebrek aan schrijfstof een compliment is, is ergonomie. De Tivoli is geen wonderproduct, maar bijna alles zit waar je het verwacht en gewenning is dan ook nauwelijks aan de orde. De stroom aan degelijke commentaren kunnen we doorzetten wanneer we over het instrumentarium gaan - want dat oogt modern en is goed verlicht. Het is pas wanneer we met het aanraakgevoelige scherm in de middenconsole beginnen spelen, dat het gepoetste blazoen weer wat vuiler wordt. Daarvan is de menustructuur niet zo intuïtief. De rijhouding is goed en de bestuurderszetel laat zich voldoende verstellen. Daardoor is de afwezigheid van een diepteverstelling van het stuurwiel (de hoogte is wel aanpasbaar) geen groot gemis.
Goed uitgerust ruimtewonder
Over enkele uitrustingspunten hadden we het al in de inleiding. De Tivoli is meer dan behoorlijk uitgerust. Maar naarmate je opklimt in de uitrustingstabellen, loopt de voorsprong van deze Koreaan verder uit. Je hebt een optioneel GPS-systeem (€ 600) dat de meeste concurrenten niet eens aanbieden, er zijn lederen zetels met verwarming en (voor de bestuurderszetel) zelfs ventilatie, en er is een airco met twee temperatuurszones.
En terwijl je je nestelt in de zetels met een uitgesproken zijdelingse steun (die daardoor misschien voor wat robuustere personen wat te smal zijn) valt ook de bewegingsruimte met je andere ledematen op. Vooral achteraan, want de achterbank is met voorsprong de ruimste in het segment.