Het rijden dan. Zoals gezegd telt deze strafste diesel 1,6 liter slagvolume en wordt er 160pk uitgeperst. Dat vermogen wordt, eens opgewekt, via een automatische zesbak met dubbele koppeling aan de voorwielen van de Espace overgeleverd. Niet dat de achterwielen helemaal niets te doen hebben, want Renault rustte onze testwagen uit met vierwielsturing (een optie) waardoor de wendbaarheid in principe wordt verhoogd. En in de praktijk doet de Espace het ook helemaal niet slecht. Van de hoge efficiëntie van de '4Control' zijn we niet helemaal overtuigd, alsook van het rijgevoel, maar dat laatste is natuurlijk eigen aan de meeste nieuwe wagens. Het probleem bij de Espace is dat hij over een uitnodigender rijgedrag dan vroeger beschikt, met een lagergelegen zwaartepunt, maar tegelijk met een vaag sturende en relatief snel opverende voorkant zit opgescheept, wat verraderlijk is voor zij die er ook effectief een dynamische rijstijl op nahouden. Ga met andere woorden iets te ver in je enthousiasme en de vader van de éénvolumers jaagt je de daver op het lijf door te doen alsof hij z'n stabiliteit gaat verliezen. En oh ja, van windgeruis is ook sprake in de nieuwe Espace. Al vanaf 90km/u.
Verschillende rijmodi
Uiteraard kan er worden gewisseld tussen verschillende rijmodi. Dat zijn: neutraal, comfortabel, sportief, zuinig en tenslotte persoonlijk, waarbij je zelf met de instellingen kan spelen. In de nieuwe Espace is die laatste modus zelfs een aanrader. In de comfortabele stand reageert onze lener immers te traag op het gas en te hevig op stuurbewegingen, terwijl de sportstand (met een aangename stuurinrichting en een goede baanvastheid) een te stugge vering en een (zeer kunstmatig) motorgeluid met zich meebrengt - een stoorzender voor sommigen wegens te luid. Wie echter even de tijd neemt om uit te zoeken welke instelling van elke soort bij zijn of haar behoeften past, zal effectief een compromis vinden waarmee vrede kan worden genomen. De vraag rest dan of Renault niet zélf tot zo'n besluit kon komen.
De motor
De motor dan? Die wekt niet dezelfde ronde indruk op als een 2- of 3-liter, maar de turbodiesel heeft geen tekort aan soepelheid (380Nm bij 1.750tr/min volstaat zeker en vast). Dat de Espace op een strikt dieet werd geplaatst (eindbalans: 1.734kg), heeft het model natuurlijk ook goed gedaan. De prestaties (op papier) zijn ernaar. Naar 100km/u sprinten duurt net geen 10 seconden, de top ligt op 202km/u en het gemiddeld verbruik daalde naar 4,6l/100km (120g/km CO2). In het echte leven is 2 tot 2,5 liter extra tellen geen overbodige luxe, maar goed. En wat dan met de automatische EDC-zesbak? Die doet zijn werk zonder meer naar behoren en zonder storende haperingen. In onze lijst scoort hij hoger dan de meer traditionele automaat die PSA in z'n Peugeots en Citroëns propt, maar ook weer niet zo goed als de toch nog wat vlotter opererende DSG's van de VW en de transmissies van BMW. Het verschil is vooral de allereerste meters merkbaar. En bij het vertrek, want de handelingen die je moet verrichten om de bak in 'drive' of achteruit te zetten, vergen gewenning.