Sinds z’n geboorte in 1988 hebben we al vijf generaties van de Suzuki Vitara achter de kiezen. Vijf keer dat Suzuki netjes de markt volgde. En dat doet het bij deze nieuwe, zesde generatie weer. Dat is nu een onvervalste compacte SUV met personaliseringsmogelijkheden (niet alles is even smaakvol, maar dat heb je als klant zelf in de hand). Net wat de trend dicteert. En met een vanaf-prijs van € 18.500, gecombineerd met een meer dan behoorlijke uitrusting, is hij op dat vlak in elk geval niet kansloos. Naast een 1.6l benzine is er ook een 1.6 diesel met 120pk en 320Nm in combinatie met een handbediende zesbak. Een combinatie waarmee je in Europa aan een aanzienlijk deel van de vraag kan voldoen. De prijs moet je natuurlijk in de gaten houden. Ons testexemplaar had al een label met meer dan € 29.500 aan z’n oor hangen.
Saai en toch helemaal niet
Suzuki doet met felgekleurde dashboardpaneeltjes en een bekleding in twee tinten ook aan de binnenkant mee met de trends, maar het is niet met de volle goesting. Onder dat laagje fineer is de Vitara immers eerder saai. Op een goede manier eigenlijk, als je afleesbaarheid, zitcomfort en ergonomie bekijkt. Alleen de materialen konden beter. Te veel hard plastic. Het gros van de moderne SUV’s wordt erg saai wanneer je ermee rijdt, niet als je ernaar kijkt. Maar daar biedt de Vitara een glimmer hoop. Op papier is een sprinttijd van 12,4 seconden niet zo uitzonderlijk, maar de Suzuki voelt sneller aan. En over putten en in bochten laat hij z’n bestuurder evenmin gapen van verveling zonder ooit oncomfortabel, onvoorspelbaar of gevaarlijk te worden. We zouden dan graag wat door de vingers zien, maar de voornaamste kritiek staat al bovenaan deze paragraaf. Rest ons alleen nog af te sluiten met het verbruik: 4,2l of 111 g/km voor deze vierwielaangedreven uitvoering. Een voorwielaandrijver doet het met 2 deciliter minder.