Het interieur van de 4 Coupé is nagenoeg identiek aan dat van de 3-Reeks. Onderweg kijk je dus over hetzelfde dashboard uit. Maar zijn koffer is met 445l aan beschikbaar laadvolume wel iets kleiner. Praktisch is de ruimte van onze testauto wel ingedeeld, met onder het zichtbare gedeelte twee 'geheime' opbergvakken en een reparatieset voor de banden. Dat laatste betekent trouwens dat er geen reservewiel aanwezig is.
Meer plaats dan vroeger
De zithouding is laag doch correct en de zetels zitten uitstekend en bieden voldoende steun. De toegang naar achter valt mee, binnen de beperkingen van het concept uiteraard. Eens gezeten, heb je in ieder geval weinig reden tot klagen. De hoofd- en beenruimte is duidelijk gaan varen bij de groeischeut die het model ten opzichte van de vorige generatie 3 Coupé onderging.
Prioriteiten stellen
Eigen aan de 'Duitse drievuldigheid' en nog een aantal andere merken - tegenwoordig meer dan vroeger - is het de bedoeling dat je diep - tot heel diep - in de zakken moet tasten om pronken de moeite waard te maken. Zonder of met slechts een handvol opties (ook voor de buitenkant) doet een 4-reeks erg kaal aan. Dat wordt dus afwegen en kiezen als je niet in de prijscategorie van een standaard M4 wil belanden - een kleine € 80.000. Ook mooie inlegstukken kosten geld bij BMW en voor zaken als een achteruitrijcamera en een elektrische verstelling van het stuurwiel moet al zeker worden bijbetaald. Die laatste twee items misten we bijvoorbeeld op onze testauto, die gek genoeg wel met minder voor de hand liggende extra's zoals een head-up display is uitgerust. En in onze lener, die overigens alles samen ruim € 72.000 kost, is natuurlijk ook geen touchscreen te bespeuren. Op geen enkele BMW trouwens. Die technologie zal bij het merk wellicht pas vanaf 2016 in de nieuwe 7-reeks te verkrijgen zijn.