Als een automerk vraagt om een nieuwe auto mee huiswaarts te nemen, mag dat soms met een korreltje zout worden genomen. De nieuwe Countryman bijvoorbeeld verschilt slechts weinig van het model dat in dezelfde periode vorig jaar in de catalogus te vinden was. Mini is in tussentijd dus met een facelift op de proppen gekomen. Daaruit mag je opmaken dat er nieuwe koetswerkkleuren, velgen en dergelijke meer worden aangeboden, maar ook dat er lichte wijzigingen werden doorgevoerd binnenin (zoals meer isolatie) en aan de buitenzijde. Op motorisch gebied is er wel maar één nieuwigheid: een versbakken motor voor de Cooper S die voortaan 190pk sterk is. Moet ook gezegd dat Mini bepaalde opmerkingen uit het verleden niet ter harte heeft genomen. Zo is het interieur nog steeds een rommelboel met een matige afwerking en een twijfelachtige materiaalkeuze. Gelukkig gedraagt de Countryman zich nog steeds naar behoren op de baan.
We kozen deze keer voor de Cooper D. Zo'n exemplaar kost minstens € 24.900 en beschikt over een dieselende 1.6-liter met turbo die met 112pk en 270Nm genoeg vermogen en koppel ontwikkelt om de rit gezwind te doen verlopen. 100km/u is na een respectabele 10,9 seconden afgetikt en toppen gebeurt met 186km/u op de teller. Volgens Mini lust het blok gemiddeld 4,4l/100km.
Onze conclusie? In de toekomst graag meer van dit, maar dan in een strakker jasje en met een interieuraankleding het imago waardig.