Hyundai mag zich gelukkig prijzen met de i20. De uittredende generatie deed het zelfs zo goed dat het model gewoon in de catalogus blijft. Naast een nieuwe i20 die groter, moderner, knapper en helaas ook wat duurder is. Vanaf € 13.499, al kost de goed uitgeruste 1.25l benzine met 84pk op onze testbank er al € 16.000. Maar die heeft dan ook in dit segment zelden geziene snufjes als een verwarmbaar stuur en zetelverwarming.
Niet snel, wel stil
Een sprinter is deze populaire benzinemotor niet. Maar hij doet wat hij moet doen, net als alle andere componenten (versnellingsbak, koppeling, stuurinrichting). Je voelt dat Hyundai aandacht had voor comfort en gebruiksgemak zonder noemenswaardige concessies te doen op vlak van rijgedrag. Alleen op vlak van dynamiek moet hij de echte toppers, als de Ford Fiësta voor laten gaan. Op vlak van isolatie is de Hyundai dan weer duidelijk de betere. Een sprinttijd van 13,1 seconden is niet meer dan ‘correct’, maar deze Zuid-Koreaan geeft nooit de indruk tekort te komen. En over het testverbruik van 6,2l/100km hebben we evenmin te klagen.
Ruim en kwalitatief interieur
Waar de i20 schittert, is echter aan de binnenkant. De koffer is met 366l ruim voor het segment, de zetels zijn groter en comfortabeler dan voorheen en vooral op de achterbank is erg veel plaats. Je merk dat de i20 de grenzen van het B-segment opzoekt. Wat echter het meest blijft hangen is de materiaalkeuze. Deze Hyundai legt de beste Duitsers het vuur aan de schenen.