De nieuwe Mini rust op het UKL1-onderstel dat BMW voor de volgende 1- en 2-reeks zal gebruiken. Die modellen worden dus voorwielaangedreven, tot heel wat spijt van de liefhebber die al vloekt sinds de intrede van de elektrisch bekrachtigde stuurinrichting. Maar voor de fans van Mini is voorwielaandrijving uiteraard geen issue. Waar sommigen het wel moeilijk mee hebben, is dat het model in afmetingen blijft groeien. Zo heeft ook alweer de derde generatie (sinds de wedergeboorte in 2001) een groeispurt meegemaakt. Die bespreken we straks.
Het aanbod
Bij de benzines bestaat het gamma voorlopig uit de Mini One First (75pk - € 16.200), Mini One (102pk - € 17.300), Mini Cooper (136pk - € 20.050) en Mini Cooper S (192pk - € 25.250), terwijl we bij de zelfontbranders spreken van de Mini One D (95pk - € 18.950), Mini Cooper D (116pk - € 21.850) en Mini Cooper SD (170pk - € 26.800). Voor de Mini Cooper D predikt het merk een gemiddeld verbruik van slechts 3,5l/100km, wat neerkomt op een CO2-uitstoot van 92g/km. Die cijfers zijn weliswaar enkel van toepassing op de standaard bandenmaat.
Een handgeschakelde zesversnellingsbak is standaard; een automaat met evenveel verhoudingen kan voor een meerprijs worden aangestipt - eventueel met schakelpeddels achter het stuur. Zijn ook te vinden op de optielijst: variabele demping met een comfort- en sportstand, wielen tot 18-duim in diameter voor de sportieveling en nog veel meer.