De Fabia bestaat sinds 1999. Hij zweefde al bij de aanvang een beetje tussen klanten die een stadsautootjes (of tweede of derde gezinswagen) wilden en jonge gezinnen die hem zagen als een praktische instapper. Een Polo met een aantrekkelijk prijskaartje. En nu, bij de start van de derde generatie, is hij dat nog steeds. Maar hij is ruimer (breder, niet langer), beter afgewerkt en strakker vormgegeven dan ooit tevoren. Hij wordt ook wat duurder dan voorheen, maar - cruciaal - de marge met de Polo waar hij technisch erg aan verwant is, blijft. En zo is Skoda ook na 15 jaar nog steeds trouw aan het concept.
Goed, maar niet speciaal.
“Je weet met je ogen dicht niet in welk product van de almaar groter wordende VAG-groep je zit”Die 1.2l met 90pk (dankzij een turbo) wordt zowaar gekoppeld aan een zesbak. En het motortje presteert uitstekend: stil bij autostradesnelheden en voldoende pittig wanneer het moet. En met een dorst die te pruimen is. Doe er de goed steunende zetels en de puike, herkenbare opstelling van de bedieningselementen bovenop en je zou hem kunnen casten in de rol van kilometervreter. In de stad werd hij wat minder praktisch dan voorheen. De draaicirkel is wat groter en hij werd ook bijna 10cm breder.
Stuur, remmen en ophanging zijn allemaal goed, maar er werden steevast herkenbare, voor de hand liggende keuzes gemaakt. Je weet met je ogen dicht in welk product van de almaar groter wordende VAG-groep je zit. Voor het karakter moet je de Fabia dus niet nemen.
En de prijs?
Die is bij het publiceren van dit item nog niet bekend. Maar hij wordt wel weer wat duurder. Tot zo’n 10%, wat betekent dat een instapper algauw € 13.000 zal kosten, terwijl het testexemplaar met toeters en bellen al naar € 18.000 neigt. De prijs kraakt dus niet als verse sneeuw onder je zolen. Maar hij blijft wel het goedkopere (en technisch identieke) broertje van de Polo. En minder betalen voor die Duitse degelijkheid, daar valt natuurlijk altijd wat voor te zeggen.