Hier zijn alle ogen op de Twingo gericht. Achterwielaandrijving, de motor achteraan ingebouwd - het had een recept voor succes kunnen zijn. De waarheid, jammer genoeg, is minder rooskleurig dan we hadden gehoopt. De enige punten die in het voordeel van de Twingo spreken, zijn z'n piepkleine draaicirkel en het feit dat hij veel minder nerveus is bij vertrek, iets bijtgrager remt en de eerste meters rapper uit de voeten is dan de 108. Bij lage toeren heeft de Twingo wel meer moeite om het levendig te houden. Vanuit stilstand naar 100 sprinten lukt de 108 in 11 seconden, de Twingo doet er een tel langer over. De topsnelheid bedraagt in dezelfde volgorde 170 en 165km/u.
De besturing van de Twingo is feller bekrachtigd en vager dan die van de 108. De 108 biedt hierdoor niet alleen het meeste vertrouwen, maar ook meer rijplezier op bochtige wegen. Bovendien schakelt z'n vijfbak minder stroef en klinkt zijn driepitter beter dan die van de Twingo. Iets luider, maar ook beter. Wie overigens denkt toch ouderwets vertier kunnen te beleven met de achterwielaangedreven Twingo door de elektronica buitenspel te zetten, mag die droom alweer opbergen. Diens stabiliteitscontrole is immers niet uitschakelbaar.
Wat de balans helemaal doet doorwegen in het voordeel van de Peugeot, is het verbruik. De 82pk sterke 108 1.2 springt immers een pak zuiniger met benzine om dan de Twingo 0.9 met 90pk. Hoewel we zeer ons best deden om het milieu slechts minimaal te schaden, klokten we na een weekje Twingo-rijden af op ruim 8l/100km. Een wezenlijk verschil met de 6,4l/100km waarmee onze 108 toekwam. Op papier lusten ze overigens beide evenveel (4,3l/100km, wat neerkomt op 99g/km CO2).