In het A-segment mag het er allemaal niet te duur aan toe gaan, dus het spreekt voor zich dat harde plastics alomtegenwoordig zijn in de interieurs van onze testauto's. Renault heeft hier wel een streepje voor. De Twingo is binnenin klassevoller dan de 108 en zoals je uit de vorige rubriek kon opmaken, is er ook meer plaats voor hoofd en ledematen. De zitpositie voor de bestuurder is ook iets beter in de Twingo dan in de 108. Het stuur in de diepte verstellen is in beide wagens weliswaar onmogelijk, net als het laten zakken van de achterste zijruiten. Enkel kantelen is aan de orde.
In de Twingo ontbreekt een toerenteller. Dan toch liever dat dan automatische ruitenwissers, die wel aanwezig zijn op onze lener. In de 108 zit op z'n minst nog een digitaal exemplaar - geen topmodel, maar het is beter dan niets. Waar de Twingo wel weer mee scoort, naast de algemene vormgeving, het materiaalgebruik en het ruimteaanbod, zijn de opbergmogelijkheden. Het ruime handschoenkastje alleen al volstaat om hem extra punten toe te kennen.