Erg fantasierijk is de binneninrichting ook al niet. En dat is waarschijnlijk een goede zaak. Anders oogt het al snel goedkoop. Dat is voor de duidelijkheid nu niet het geval. We kunnen wat commentaar geven op het materiaal bovenop het stuurwiel, maar daarmee hebben we de ergste zonde van de Genesis al verkondigd. Het leder is fijn, het hout en aluminium echt. Plaats is er met hopen - ook achteraan. Met die buitenafmetingen is dat natuurlijk niet verwonderlijk. Voor wie graag spijkers op laag water zoekt - reiken we graag aan dat de infotainmentinstallatie wat minder verfijnd overkomt dan in de betere Duitser. Niet veel, een beetje.
Zetels en rijhouding
Het zitmeubilair is verfijnd en net voldoende ruim verstelbaar om een uitstekende rijhouding op te leveren. En omdat er aan de klokken voor de neus van de bestuurder helemaal niets speciaals is, zijn ze perfect afleesbaar. Waar we desnoods wel wat over kunnen mekkeren, is over de uitgebreide instelmogelijkheden. Je kan uren door menu’s met persoonlijke instellingen navigeren. Alles van de gevoeligheid van de radargestuurde cruise-control tot de hoogte van de head-up-display kan je instellen. Iets wat je eigenlijk zelden of nooit echt hoeft te doen (eens je je zin gevonden hebt) dus ook dat snijdt als kritiek maar weinig hout.
De koffer
Haha! 493 liter. Dat is net een beetje minder dan we hadden verwacht. We hadden gemikt op iets meer dan 500. Niet dat je dat verschil ziet. Maar de achterbank is ook niet neerklapbaar, dus je zit er wel aan vast. Onherroepelijk. Als we dan even negeren dat de vormgeving meer dan behoorlijk egaal is en de belaadbaarheid voor een sedan erg goed meevalt, dan hebben we toch nog een minpunt gevonden.