Op vlak van rijgedrag is er nog het stevigst aan de Corsa gesleuteld. Deze 3-cilinder benzine met turbo heeft bijvoorbeeld ook een nieuwe zesbak terwijl elk exemplaar voorzien werd van andere dempers en veren en andere isolatierubbers. Tuning dus, die er onder meer voor zorgde dat de Corsa een halve centimeter dichter tegen het asfalt ligt en zichzelf bij een dynamische rijstijl beduidend minder snel verliest in hopeloos onderstuur. Sterker nog - je kan zelfs de achterzijde tot een speelse zet dwingen. Spijtig wel dat het elektrische stuurtje (het systeem van de Adam) niet wat communicatiever is. En dat het niet beter centreert. Allemaal gebreken die eigen zijn aan de technologie en - helaas - ook deze tijden, al is de weerstand (niet te verwarren met ‘gevoel’ of ‘feedback’) wel goed gekozen.
Meer stuurpret
Een wat speelser weggedrag combineren met een driecilinder, zou een heus pretrecept kunnen zijn. Die driecilindertjes - ooit wel eens de V8 van de gewone man genoemd - produceren immers een hitsige ronk en voelen ijveriger aan dan ze zijn. Da’s evenwel voor de Opel-ingenieurs ze vol staken met balansassen. Af en toe vangt je trommelvlies nog wel iets op dat op een roffel lijkt, maar hij is grosso modo net zo beschaafd als een viercilinder. Typisch iets dat op papier een beter idee is dan in de praktijk.
Goede prestaties, best zuinig
Presteren doet die driecilinder aardig. 115pk en (koppel) worden door de meer dan behoorlijk schakelende zesbak (het rubberachtige pookgevoel is beduidend minder dan bij de oudere versnellingsbakken van het merk) naar de voorwielen geleid. Die helpen het model in 10,3 seconden naar 100km/u en door naar een top van 195 km/u. Zaken die eigenlijk niet zo veel ter zake doen. De Corsa reageert dankzij z’n turbo vlot op het gaspedaal en is behoorlijk zuinig (tijdens de testrit registreerden we minimaal 5,0l/100km en maximaal 7,1l/100km). Dat is exact wat je van een auto in dit segment hoopt.