Lichter en stijver - het credo bij de ontwikkeling van nagenoeg elke nieuwe auto. Bij de Passat wordt die ambitie realiteit door ook hier gebruik te maken van de MQB-bouwstenen. Je kan daardoor zeggen dat de Passat technisch nagenoeg identiek is aan een Golf. Maar met een breder spoor, langere wielbasis, een multilink-achterophanging (tot de vorige generatie ook standaard op elke Golf maar nu niet meer) die past in een nieuw subframe en opgewaardeerde lagers en gewrichten, kan je niet stellen dat die gelijkaardig rijdt. Dan schemert het verwantschap veel sterker door als je de Leons, Octavia's, A3’s en zelfs TT’s van deze wereld naast de Golf zet. In dit geval is het veilig geachte onderstuur wat minder nadrukkelijk, de demping net een tikkeltje alerter, is de wielgeleiding preciezer en de stuurinrichting verbeterd om beter te centreren en natuurlijker aan te voelen. Allemaal zaken die je mag vergeten, zolang je maar onthoudt dat de Passat onverstoorbaar en comfortabel het asfalt weghapt, nooit frustreert of zich uit z’n lood laat slaan en je anderzijds ook nooit doet kirren van plezier. Zelfs niet met deze topdiesel.

Snel zonder indrukwekkend te zijn

De tweeliter dieselcentrale wordt nu door een dubbele turbo opgehitst en levert daarom al 240pk en zo maar eventjes 500Nm aan werkijver. Het wordt door een zeventraps-DSG gegidst die zo feilloos schakelt dat het bijna belachelijk is om de schakellepeltjes aan het stuurwiel te gebruiken. Een variabele vierwielaandrijving verdeelt het verder naar elk wiel in functie van de stabiliteit. Alles van stuurinrichting en automaat tot demping, kent verschillende instellingsmogelijkheden. Comfort werkt in onze ogen echter het best. Je kan de Passat immers hooguit van een velletje sportiviteit voorzien, nooit tot in de kern.

Prestaties en verbruik

Kijk je naar de prestaties, dan zou je nochtans iets anders denken. Een sprintje in 6,3 seconden! Een top van 238km/u. Deze Duitser is echter allergisch voor drama. Je merkt de werkijver dan ook het best als je abrupt de gas lost. Op papier verbruikt hij slechts 5,3l en in de praktijk mag je de beul uithangen voor twee liter meer. Iets wat misschien nog het best illustreert dat deze Duitser vooral zakelijke efficiëntie predikt.