Wat onderweg opvalt is de handelbaarheid van de Renault Mégane RS 275. Beroer de manuele zesbak op tijd en er valt gezapig mee te rijden, zonder hinderende nervositeit. Maar achter die façade schuilt wel een echte geweldenaar. Eentje die in 6 tellen naar 100 schiet en bij 255km/u topt - prestaties die mogelijk worden gemaakt door de geblazen tweeliter benzinemotor (mét start/stop) die voortaan 275 in plaats van 265pk en 367 in plaats van 360Nm trekkracht richting vooras versluist. Voor wie die cijfers te vaag zijn: deze Mégane trekt minder snel op dan bijvoorbeeld een Audi S3 (die 25pk vermogender is), maar hij tikt wel een pak hoger af op de sensatiemeter en is bovendien ook zeer efficiënt aan hoge snelheden. En daar is het potentiële kopers om te doen, toch?
Je kan z'n gedrag overigens aanpassen met behulp van verschillende rijmodi. Er zijn er in totaal drie, gaande van normaal over sport tot de RS-stand. In de normale modus is de motor geremd en daagt hij niet uit tot grensoverschrijdend gedrag. Dat verandert echter wanneer je de sport - of erger - de RS-stand inschakelt. In het laatste geval stel je het helemaal zonder elektronische rijhulpmiddelen en is extra voorzichtigheid vereist, maar de pretfactor wordt er wel degelijk door verhoogd. Grip is er in ieder geval met hopen, het cup-chassis is ultrastijf (doch door de stugge demping niet ideaal op alle Belgische B-wegen) en vervelende koppelreacties in het stuur blijven achterwege. Al durven we niet te stellen dat de Mégane RS Trophy 275 op een natte ondergrond even zelfzeker is als op het droge. De goden waren ons gedurende de hele testweek - tot groot jolijt van Renault? - immers erg goedgezind. Wat we wel kunnen zeggen is dat de Mégane RS meer vertrouwen opwekt dan de Opel Astra OPC, één van zijn gedoodverfde concurrenten.
Wat ons nog is bijgebleven? De zeer goede rechtuitstabiliteit, de bijtgrage remmen, de souplesse van de motor (wat een hernemingen!), de eerder gevoelloze doch erg directe besturing, het opzwepende turbogeluid en - last but not least - het onheilspellende gegrom en geplof komende van de Acropovic-uitlaat. Wie niet wil opvallen koopt best iets anders.