In 2011 werd de Citroën DS5 opgevoerd als een stijlvolle kruising tussen een berline en éénvolumer gebaseerd op de C4 Picasso. Sindsdien is het model zo'n 60.000 keer over de toonbank gevlogen. Dat hij er nog steeds staat, wil het merk bewijzen door ons 3 jaar na de lancering alsnog een exemplaar uit te lenen. En die keuze werd niet te vroeg gemaakt, want het is inmiddels algemeen geweten dat de DS-lijn vanaf volgend jaar een eigen leven beschoren krijgt. In de Franse hoofden is dat natuurlijk een argument om de hogere vraagprijzen (dan van de gewone Citroën-modellen waarop de DS'en gebaseerd zijn) te kunnen blijven verklaren aan het koperspubliek. En waarom ook niet? BMW vraagt immers ook meer duiten voor de 4-reeks-modellen, hoewel die geen meetbare meerwaarde bieden dan de technisch identieke gevallen uit de 3-reeks.
Maar nu terug naar de DS5. Diens aanbod start in Chic-uitvoering, met een 115pk sterke 1.6 BlueHDI-turbodiesel tussen de voorwielen. Een combinatie die de uwe wordt in ruil voor € 29.585. Al kan het te betalen bedrag uiteraard verder de hoogte worden ingeduwd. Hoger op de prijsladder vind je immers krachtiger motoren, bij alle diesels behalve de krachtigste de keuze tussen een handgeschakelde en een automatische versnellingsbak en - niet te vergeten - de categorieën Be Chic, So Chic en Sport Chic. Onze testwagen ging voor de goede orde voor de laatste aankledingsformule. Het totale kostenplaatje ervan? 40.905 euro, de 180pk opwekkende tweeliter turbodieselmotor en opties meegeteld. Zonder de extra's betaal je er € 35.185 voor.
Wat er nog op de motorenlijst staat? De 2.0 HDI met 135 of 160pk, een 163pk opwekkende dieselhybride (met een vanafprijs van € 38.165 meteen de duurste) alsook de 1.6 THP-turbobenzine in twee vermogensversies - met 155 of 200pk en gekoppeld aan respectievelijk een automaat of een manuele zesbak.