Je ziet het hier door de teksten schemeren. Soms is het zelfs zichtbaar, kan je het bijna proeven: het zijn doffe tijden voor stuurfreaks en autoliefhebbers. Niet alleen omdat onze wegen (al dan niet in de hand geholpen door ‘politieke’ beslissingen) dichtslibben als de aderen van een op vet en tabak beluste Bourgondiër, maar ook omdat ons rollend materieel meer en meer eenheidsworst is die bij voorkeur zo weinig mogelijk sensorische input geeft. Wie nog maar kans wil maken op lol achter het stuur moet almaar dieper in de buidel tasten. Maar er zijn gelukkig ook uitzonderingen. Lichtpuntjes, die tegen de stroom inzwemmen. En deze Twingo heeft alle schijn zo te zijn. De motor zit achterin, de aandrijving ook. En hij hoort simpel te zijn en voorwaar niet zo duur. Dat de keuze er alleen op viel omdat hij dan quasi identiek was aan de nieuwe Smart Forfour en Renault de vrucht van de schaalvoordelen wil plukken, doet niet eens ter zake. Hoog tijd dus om uit te vlooien of het nieuwe kleintje kan uitgeroepen worden tot lichtend baken van hoop voor wie z’n voertuig met meer genegen bejegend dan z’n wasmachine.
Alleen driecilindermotoren op benzine
Het aanbod bestaat alleen uit driepittertjes. Ook die zijn identiek aan die van Mercedes’ jongste merk, maar ze komen van de tekentafel van het Franse bedrijf. Pittige eenheden. De topper heeft aan 898cc voldoende om 90 peekaatjes op te wekken. Onder meer dankzij een turbo. Nu is dat natuurlijk niet zo goedkoop, waardoor hij al meteen € 13.450 kost. Gelukkig stoot hij slechts 99g CO2 de atmosfeer in.
Je kan ook al heel wat goedkoper af zijn. Met de SCe 70 bijvoorbeeld. Die heeft geen turbo, maar wel 101cc meer, om uiteindelijk te stranden op 70pk. De goedkoopste van allemaal kost € 9.650. Die stoot wel 10 gram meer opwarmingsgas uit dat de identiek gemotoriseerde versie van € 10.350, want Renault bespaarde door er geen start/stop-systeem op te monteren. En stuurbekrachtiging heeft de instapper evenmin.