Het is moeilijk om niet gecharmeerd te geraken door de nieuwe Twingo. Het modelletje legt immers de juiste kaarten voor, kent alle goede moves en speelt net voldoende op het sentiment. Zo zijn de buitenafmetingen meer compact dan voorheen, maar is er meer binnen- en kofferruimte dan voorheen. Om van twee extra deuren nog maar te zwijgen. En deze 989cc turbovariant is met 90pk meer dan voldoende pittig (sprint: 12s, top: 165). En dan is er nog z’n guitige uiterlijk, waarin je met wat goede wil de sympathieke trekken van de Renault 5 terug ziet.
Aan boord zit je ook uitstekend, al heeft Renault naar onze zin nét iets te veel bespaard. Onder meer door geen enkele handgreep te voorzien. Een beetje houvast (als was het maar als hulp bij het in- en uitstappen) is toch niet te veel gevraagd? De materialen zijn dan wel hard, maar het uitzicht ervan was duidelijk wel een prioriteit.
Rijden doet de Twingo erg leuk. In de stad kan je profiteren van de bijna lachwekkend kleine draaicirkel en buiten de stad levert de achterwielaandrijving en net voor de achterwielen ondergebrachte motor een erg levendig karakter op. Spijtig dat Renault schrik heeft voor mensen die de grenzen ervan gaan opzoeken en het geheel onherroepelijk (lees: niet-uitschakelaar) met EPS beteugeld. Bij hoge snelheden komen de beperkingen van de erg stijve De Dion-achteras (dat moest van Smart dat een technisch identieke Forfour in de catalogus opneemt) boven drijven. Elke vorige Twingo was comfortabeler. Maar deze stuurt wel uitstekend met - eindelijk! - een elektrische stuurbekrachtiging die wél wil centreren.
De Twingo is er op papier vanaf € 9.650. Da’s meer dan voorheen, maar hij heeft ook meer deuren. De basisprijs van de testversie was echter al opgelopen tot € 13.450. Een leuke stadsrakker? Ja. Een goedkope stadsrakker? Wel, laat ons niet overdrijven. En erg zuinig is hij ook niet.