De meeste autojournalisten wereldwijd hebben er zichzelf al even van overtuigd dat de F-Type een klassieker in wording is. Zeker is in ieder geval dat die moderne interpretatie van de E-Type de sportwagenwereld stevig door elkaar heeft geschud. En volgens de Britten is het vooral de Porsche 911 die de hete adem in de nek zou moeten voelen. Die is - en al zeker als cabrio - ook nog eens een pak duurder dan onze lener van vandaag.
Het aanbod
De F-Type (die je sinds dit jaar ook als coupé kan bestellen) is er in drie versies, met keuze uit twee motoren die allebei door een compressor worden geholpen. Daar zijn: een drieliter V6 in twee vermogensversies (340 of 380pk) en een vijfliter V8 die 495pk ontwikkelt.
De instapper met 340 paarden is er vanaf € 75.900. Wil je uit identiek dezelfde motor 40pk extra laten schrapen (maar amper meer koppel), dan moet er nog eens € 11.600 worden opgelegd. In die forse meerprijs zit natuurlijk ook wel wat meeruitrusting, zoals een actieve sportuitlaat en een mechanisch sperdifferentieel tussen de achterwielen, maar het blijft een serieus verschil. En de enige achtcilinder? Die gaat pas vanaf € 102.800 de deur uit.
Voor de goede orde: Jaguar noemt de verschillende uitvoeringen achtereenvolgend F-Type, F-Type S en F-Type V8 S. Een achttrapsautomaat is standaard op alle versies.
