Zoals het hoort in een Porsche bevindt het contactslot zich links van het stuurwiel. Dat is een overblijfsel uit de racerij van voor de jaren '70 waarbij de racepiloot eerst te voet de baan diende over te steken alvorens in de bolide plaats te nemen (zie ook het retro-item: Een kleine eeuw racen in Le Mans). In een Porsche had je dan als voordeel dat je, om geen tijd te verliezen, de auto kon starten en tegelijk de versnellingsbak in eerste kon zetten.
Ook typisch Porsche is het trio ronde tellers voor de neus, met de toerenteller in het midden. Links vind je de snelheidsmeter, terwijl de rechterklok plaats biedt aan een 4,8" beeldscherm van de boordcomputer dat behalve de gebruikelijke gegevens ook de instructies van het navigatiesysteem weergeeft. Van vorm boven functie is hier alvast geen sprake.
Prinsheerlijk, maar niet achterin
De afwerking is piekfijn, de materiaalkeuze top en de 18-wegs elektrisch verstelbare voorzetels met geheugenfunctie uit onze testauto (goed voor € 1.875) kunnen moeilijk nóg nauwkeuriger worden ingesteld. Een pluim voor Porsche, dat overigens nog steeds een uitgebreide knoppenmolen boven een minimalistische middentunnel verkiest. Maar in diezelfde knoppenmolen vind je gelukkig wel zeer snel je jongen terug, en ook dat kunnen we appreciëren. Liefhebbers van aanraakschermen hoeven overigens nergens voor te vrezen. Elke Macan is er immers mee uitgerust.
Wat het plaatsaanbod achterin betreft, daar zijn we minder over te spreken. De schuin aflopende daklijn legt het ontwerp van de Macan geen windeieren, maar het beperkt ook de beschikbare hoofdruimte voor de passagiers.