De Golf Plus, dat beschouwen we een beetje als de waterhoofdversie van de Golf. Hij kwam er negen jaar geleden maar kon niet echt op veel bijval rekenen. Behalve dan in Duitsland, dat liefst 500.000 van de in totaal 900.000 gebouwde exemplaren afnam. Reden genoeg voor een nieuweling die een wat breder publiek mag aanspreken. De ‘Plus’ werd schijnbaar als schuldige aangewezen en daarom werd nu geopteerd voor de meer sexy benaming ‘Sportsvan’. En daarin zit meteen een probleem. Ja, deze Golf heeft een verschuifbare achterbank, 500l kofferinhoud en je zit een handvol centimeters hoger, maar de opbergruimte en flexibileit zijn onvoldoende om te kunnen spreken van een echte monovolume of ‘van’. Mag ook niet, want daarvoor heb je bij dezelfde autobouwer immers een Touran of Caddy People.
Sportsvan?
“De grootste vijand van deze Golf is z'n naam”Sports dan? Wel… neen. Zelfs de door ons gestuurde topdiesel kan niet begeesteren. Het stuur is gevoelloos, de demping erg correct, het weggedrag helemaal voorspelbaar en ook de (optionele) adaptieve stuurbekrachtiging of demping doen niets om dat steriele gevoel weg te nemen. De acceleratie kan wel in 9,3 tellen en je haalt desnoods ook 210km/u, zij het quasi zonder sensatie.
Duitse degelijkheid
Is de Golf Sportsvan dan niet goed? Toch wel! De materiaalkeuze en afwerking is bij de top van z’n segment, de ergonomie is foutloos, het design is erg evenwichtig. De motor is stil en met 4,4l/100km (opgegeven verbruik) ook zuinig en de DSG-automaat werkt foutloos. Het product is een uitstekende metgezel voor wie vind dat de Golf net dat beetje flexibiliteit mist en toch niet met een rasechte volumewagen als een Touran wil gaan rondkarren. Bekijk het als een Golf met een Plus.