Cadillac verrichte grote inspanningen om de CTS lichter de maken dan voorheen. Met succes overigens, wat de reden is waarom een tweeliter benzinemotor ermee overweg kan. Overigens niet eender welke 2.0 T, maar één met 275pk en 400Nm trekkracht. Uit de startblokken schiet deze berline dan ook met overtuiging. De honderdsprint is geschiedenis na 6,9 seconden met deze vierwielaandrijver. En als alleen de achterwielen het werk doen, is hij nog een tikkeltje sneller. De topsnelheid is ook weinig beschamend - 230km/u. Tussen beiden is de centrale helaas een tikkeltje minder overtuigend. De klank is niet overdreven begeesterend en tijdens inhaalacties merk je wel dat centrale behoorlijk presteert, zij het zonder meer. De CTS is tenslotte nog steeds 1.789kg zwaar na z’n dieet.
De vierwielaandrijving is van GM-makelij net als de zesbak. Beiden voelen niet zo modern aan als we hadden gewild. De automaat is een beetje te loom en de vierwielaandrijving draagt weinig bij. Het systeem maakt dan ook gebruik van een natte plaatkoppeling om de voorwielen bij te schakelen wanneer nodig, maar heeft ook drie open differentiëlen zonder limited slip. Dat betekent dat je in slechte omstandigheden wel profiteert van een verbeterde tractie, maar dat je die niet meteen kan gebruiken om een bocht assertiever aan te snijden. Daarvoor reageert het systeem te passief. De CTS neemt tijdens het bochtenwerk dan ook vlug z’n toevlucht tot onderstuur. In wat meer benepen omgevingen valt dan weer op dat z’n draaicirkel van meer dan 11m niet de kleinste is. Maar de achterwielaangedreven variant heeft 68cm minder plaats nodig.
Het onderstel is evenwichtig en het elektrisch bekrachtigde stuurhuis van ZF presteert aardig, zonder daarom nieuwe referenties neer te zetten. De demping (met drie instellingen) is wel erg goed. Comfortabel, maar nooit zomperig. De magnetic ride kan bij een snelheid van 50km/u dan ook elke centimeter van de weg lezen. En aan autostradesnelheden duurt het slechts 2,5 meter om van de meest toegeeflijke naar de meest stugge instelling om te schakelen.
Het verbruik, daar moeten we het ook nog even over hebben. Want zo’n direct ingespoten benzinemotor neemt natuurlijk met veel minder genoegen dan de zes- en achtpitters van weleer. In theorie geraak je 100km ver met 9,1l/100km (8,5 voor de achterwielaangedreven versie). Dat is 212g/km CO2 (198 RWD). Op een liter of twee daarvan stranden lukt zonder moeite, maar wie z’n CTS wil gebruiken als straatracer kan er natuurlijk ook het dubbele doorjagen. Dat spreekt voor zich.