Twee jaar geleden kwam Audi met de A1 Quattro op de proppen. Een bom in rukzakformaat, met vierwielaandrijving en een berg vermogen voor een niet eens 4 meter lang autootje. Aan z’n exclusieve karakter - een gelimiteerde oplage van 333 stuks - hing echter ook een prijskaartje van meer dan € 50.000. Deze S1 is de light-versie van diezelfde auto. Nog steeds met quattro vierwielaandrijving, maar een uiterlijk dat een tikkeltje meer bescheiden is, ook al doet de gifgroene kleur van ons testexemplaar erg z’n best om dat te verdoezelen. Met 231pk heeft de S1 dik 20 paarden minder op stal dan de A1 Quattro, maar ook 20Nm extra. Hij is daarom slechts 1 tiende trager in de sprint. Na 5,8 (of 5,9 voor de Sportback) seconden is de naald de 100 al voorbij. Als je weet dat je € 20.000 in je zak kan laten zitten ten opzichte van de Quattro, dan is dat alles behalve een slecht voorstel. De top is overigens identiek: 250km/u, want dan vindt de begrenzer het welletjes.
De S1 speelt veeleer z’n efficiëntie uit dan z’n speelse karakter. De Audi-ingenieurs krijgen het niet over hun hart om de achterwielen (die nu door een multilink-ophanging in het gareel worden gehouden) in bochten te laten uitwaaieren.
Interieur en koetswerk van de S1 zijn erg correct en als je je niet laat verleiden tot schreeuwerige kleuren, zelfs eerder discreet. Al zal je die vier uitlaatpijpen niet kunnen verstoppen. De uitrusting is ook degelijk, wat helpt om de nog steeds potige prijs te verantwoorden. Maar er zijn ook nog genoeg opties om je in te laten gaan. Je houdt dus best één oog op de prijs als je in de markt bent voor een bloedsnelle stadsrakker.