De binnenruimte van de C-Klasse maakt indruk. En dat heeft vooral te maken met de materiaalkeuze van de bovenzijde van het dashboard. Die is - zoals bij onze testwagen - optioneel zelfs in kunstleder uitvoerbaar. Eronder zitten cirkelvormige verluchtingsmonden die, geïnspireerd op de exemplaren uit de CLS AMG, de show stelen. In de middenconsole werd opgeruimd. Minder knopjes die er mooier uitzien. En toch spreekt niet heel de middentunnel aan. Zo is de gigantisch grote sierlijst die van bovenaan de boordplank tot tegen de armsteun reikt (in de versies met automaat uit één stuk, bij handgeschakelde versies in twee delen) te 'plastiekerig'. En Mercedes’ obsessie met de montage van een iPad-achtig scherm tegen de boordplank - eerder dan onder een nette schaduwkap - begrijpen we ook niet helemaal. Daaraan zie je over een paar jaar de leeftijd. En nu we toch bezig zijn - een aanraakgevoelig scherm was beter geweest, ook al heeft Mercedes nu een touchpad waarop je het scherm erg intuïtief kan bedienen. Dat is overigens een optie in de meeste landen, maar bij ons wordt elk exemplaar ervan voorzien.
De C-Klasse moest de gedoodverfde concurrenten Audi A4 en BMW 3-Reeks voor laten gaan als het op interieurruimte aankwam. Vooral achteraan is het model niet al te groot. Er is nu wel een mouw aan gepast, maar een zee van ruimte biedt Mercedes z’n achterste inzittenden nog steeds niet. Maar we kunnen wel stellen dat je nu nauwelijks nog reden tot mopperen hebt. Vooraan mag je je zelfs een prins te rijk wanen. Het stuur is ruim in hoogte en diepte verstelbaar en de zetels zijn zowel op vlak van instellingsmogelijkheden als op vlak van steun ronduit uitstekend. Kilometers malen wordt op die manier een plezier. Voor werk of vertier. En in beide gevallen kan er wat meer in de koffer. 480 liter, via een kofferopening die voor een sedan wel erg ruim is.