Wat meteen opvalt bij het openen van het portier, is het verschil in materiaalkeuze en afwerking ten opzichte van de eerste generatie. Maar het gebruik van bepaalde kunststoffen van minder uitstekende allure verhindert dat de Soul het tot een Duitse standaard schept. Erg zichtbare deurrubbers of duidelijk voelbare bramen zijn ook elementen die nog voor verbetering vatbaar zijn.
De uitrusting is dan weer als riant te omschrijven. Een automatische airco, boordcomputer met 4,3” scherm, een 8” aanraakgevoelig scherm met navigatie (standaard vanaf versie ‘Play’) en en enkele (al dan niet optionele uitrustingen) die je in dit segment maar zelden tegenkomt, leidden tot die conclusie. Een verwarmd stuurwiel of geventileerde zetels bijvoorbeeld.
De zetels zijn comfortabel, wat eigenlijk wel moet gezien de stugheid van de ophanging (in het geval van onze testwagen nog extra geaccentueerd door de 18-duims lichtmetalen velgen). In de koffer past steevast 354l, wat je kan opdrijven tot 1.367l door de achterbank plat te leggen. Aan bergruimte is er ook geen gebrek. Je beschikt onder meer over een groot handschoenvak. Ruimte en comfort op de voorste plaatsen zijn duidelijk de sterke punten van dit interieur.