Voor de iets minder grote medemens is een juiste zitpositie vinden geen probleem. Maar met onze 1m80 zitten we ofwel te ver van het stuur of hebben de benen amper plaats om een comfortabele hoek te vormen. Ook is de hendel om de inclinatie van de rugleuning te regelen moeilijk bereikbaar. En zoals zo vaak in stadswagens hadden we ook liever iets lager gezeten. De stoelen zelf zijn gelukkig wel even comfortabel als ze ogen.
De knieruimte achterin is net als in de gesloten DS3 eerder krap, maar perfect te vergeven. Dat is een gevolg van de afmetingen. Aan hoofdruimte moet men echter wel inboeten. Vooral doordat aan de buitenzijde dikke balken zijn ingewerkt waarin de schuifrails van het canvasdak huizen. Het kost onvermijdelijk enkele cruciale centimeters, dus wie groot is bekijkt het best even op voorhand.
De aan-knop van de zitvlakverwarmer tref je onderaan links, wat op zich geen slechte plaats is, maar de te kiezen standen zijn bij nacht niet verlicht en dat is minder aardig. Je moet dus steevast 'scrollen' op goed geluk. Een lichtgevende sleutelhanger is overigens ook aangeraden. Starten doe je door een dikke ouderwetse sleutel in het contactslot te proppen en om te draaien. Maar dat moet je wel eerst zien te vinden. Verder zijn de opbergvakken in de deuren erg klein, staat de versnellingspook te laag opgesteld en is de ergonomie van de middenconsole zeker voor verbetering vatbaar. Gelukkig biedt de DS3 wel een deftige voetsteun (belangrijk!).
We halen ook het stuurwiel aan, waarvan de velg vanwege z'n atypische ontwerp niet mooi in de handen past. De uitsparingen ter hoogte van de duimen kunnen wel rallypiloten-in-spe charmeren, maar daar houdt het op. Opvallend is dat de radio en dergelijke niet via knopjes op het stuur, maar via achter het kleinood verstopte hendels kan worden bediend. Wat overigens even handig is.
Over het ontwerp hebben we weinig opmerkingen. De DS3 charmeert en de materiaalkeuze kan er ook mee door. De plastic boordplank werkt wel ten allen tijde een reflectie van het bovenste deel van het centrale display in de hand, maar dat mag je als een schoonheidsfoutje beschouwen. In de groene mand belandt ook het infotainmentsysteem; Een allemansvriend met overzichtbare menu's en een navigatiesysteem dat we niet op fouten hebben kunnen betrappen. Naast de routebeschrijving wordt er bovendien plaats gelaten voor allerhande andere interessante informatie en functies, en dat is lang niet in elke auto het geval. Punten voor de afleesbaarheid worden dan weer afgetrokken wanneer de zon schijnt. Ook met een gesloten kap, jammer genoeg.