Onze Noorderburen zijn wild van de Outlander PHEV, het letterwoord dat zoveel betekent als plug-in-hybride. Nog voor het jaareinde levert Mitsubishi er 10.000 stuks van en dat terwijl het merk tijdens een normaal jaar zo'n 3.000 voertuigen in Nederland afzet. Een grondige fiscale stimulans van de nieuwe technologie ligt er aan de basis van de hype. De regels daarvoor worden aangescherpt per 1 januari en dan kan Mitsubishi de auto ook in ons land commercialiseren. Hier hoopt het bedrijf op een verkoop van 300 stuks, want de overheid doet géén duit in het zakje. En de Outlander PHEV is duur. € 52.953 - bijna het dubbele van een basis-Outlander op benzine die € 26.290 kost. Maar prijs en binnenruimte zijn vergelijkbaar met wat pakweg een Audi A6 Avant 2.0 TDI, BMW 5 Touring of Mercedes E Break kosten. De Japanners rollen dus de mouwen op en gaan het gevecht voor de consument aan.
De grootste concurrentie komt echter van binnenshuis, en dat is de Outlander diesel. Wagens met een zeer lage CO2-afgifte - deze Outlander meet slechts 44gr/km of een verbruiksgemiddelde van 1,9l/100km op - zijn omwille van de lage fiscale aftrekbaarheid, beperkte CO2-bijdrage en laag voordeel alle aard in onze belachelijk moeilijk gemaakte autofiscaliteit immers vooral interessant voor bedrijven. Maar zelfs in leasing en rekening houdend met alle factoren (huur, brandstof, CO2-bijdrage, niet recupereerbare BTW, Fiscale aftrekbaarheid, niet aftrekbare afschrijving en belasting-afwijzing, komt de Outlander PHEV nog steeds duurder uit dan een dieselvariant. Zo'n € 50 per maand. Voor de gebruiker geldt dan wel een erg laag voordeel alle aard, terwijl een particulier zich mag verheugen op een scherpe inschrijvings- en rijtaks. Maar of het opweegt tegen de prijs?
