Net geen 80% van de Duster-rijders in ons land vinden voorwielaandrijving voldoende terwijl de meerderheid van de klanten ook nog eens opteert voor een dieselcentrale. De keuze voor de 1.5 dCi - een motor die de Renault-alliantie jaarlijks in meer dan een miljoen voertuigen inbouwt - lag dan ook voor de hand. In de krachtigste versie levert die 110pk en 240Nm die via een zesbak naar het asfalt wordt versluist. Voortaan wordt ook de 90pk sterke instapdiesel aan diezelfde transmissie gekoppeld en dat is toch enigszins verrassend. De Renault Clio bijvoorbeeld, die zichzelf een hogere positionering toeëigent dan deze Dacia, heeft daar bijvoorbeeld géén recht op.
De cijfertjes leren ons alvast dat de prestaties van de Duster erg correct zijn. 110pk en 240Nm worden in 12,2 seconden omgezet in een snelheid van 100km/u terwijl je ook de kaap van 170km/u kan ronden. Meer cijfermateriaal is er nog in de vorm van een officieel verbruikscijfer voor de gemengde cyclus (4,8l/100km) en de CO2-emissie (127g/km). Die laatste zijn in de praktijk natuurlijk wat te optimistisch, maar met een litertje extra kom je al een heel eind. En als je gaat muggenziften, dan kan je ook aanreiken dat je de diesel best boven 1.750t/min (het toerental van het maximumkoppel) houdt, als je de reactietijd ervan wil beperken.
Alle getallen geven echter slechts een indicatie van hoe de Duster rijdt. En we hebben in het verleden al neergepend, dat dat eigenlijk verdacht goed is. Het model behoudt ook nu nog z'n hydraulische stuurbekrachtiging en net als bij de Logan an Sandero is dat goed nieuws voor wie graag betrokken is bij wat z'n auto doet. Stuurgevoel geeft overigens ook vertrouwen als je het niet hoog op je prioriteitenlijst hebt staan. We hoeven hier dus geen inkt te verspillen aan de tegenwoordig gebruikelijke klaagzang over een gebrek aan feedback, nervositeit rond de rechtuitstand of een gebrekkige centreerneiging. De Duster heeft er geen last van. En er zijn nog wel wat epidemies die zich door het moderne wagenpark verspreiden, waar deze SUV immuun voor lijkt te zijn. Zo is de ophanging best soepel en is het ophangingscomfort van een erg hoog niveau. De vierwielaangedreven versie doet overigens nog net iets beter. Die ruilt z'n vervormbare dwarstraverse achteraan immers voor een multilink-achteras en rijdt dan op een geheel onafhankelijke ophanging.