Net als de 320d (GT) draagt deze 318d een tweeliter turbodieselmotor in zich. Maar dan met 143 in plaats van 184 paarden in de schuur. De eerste 3 GT die we onder het vergrootglas hielden, met benzine door de leidingen, leverde goed 100pk meer af op de achtertrein. Een groot verschil in vermogen, dat de auto echter niet veel interessanter maakt. We verklaren ons nader.
Dit is geen echte rijdersauto, en dat kan een potenter motorblok jammer genoeg niet maskeren. De 3 GT is een op comfort gericht vervoersmiddel dat slechts weinig medewerking van de bestuurder verlangt. En met z'n 1.615kg is hij ook geen lichtgewicht, een euvel dat BMW denkt te kunnen compenseren met zaken als een variabele (elektrische) stuurbekrachting die geen enkele vorm van voeling met de wielen belooft. Al is dat natuurlijk bij de meeste nieuwe auto's zo. Of dat een excuus mag wezen? Het antwoord is neen. BMW zou wél moeite moeten investeren om rijplezier te garanderen. Misschien zijn ze hun eigen slogan vergeten. De 3 GT rijdt in ieder geval minder scherp dan de huidige 3, en die heeft al aan rijplezier heeft moeten inboeten ten opzichte van zijn voorganger. Hem kopen voor een verbeterde rij-ervaring hoef je dus niet te doen. Voor het extra comfort een beetje.
Tijdens onze werkweek met de 318d GT hebben we net niet gevloekt vanwege te tamme prestaties. Wie deze centrale aanstipt, wil gewoon het zuinigste en financieel meest aantrekkelijke model in huis halen (om hem doorgaans achteraf hoger in de prijscategorie te laten belanden na de integratie van allerhande toebehoren). Hij voldoet weliswaar aan de noden van de defensieve chauffeur.
Enkele cijfertjes dan maar? Over de nul-naar-honderdsprint doet hij 9,7 seconden - 320Nm koppel is beschikbaar tussen 1.750 en 2.500tr/min - en de topsnelheid bedraagt 210km/u. Veel interessanter zijn natuurlijk het gemiddelde verbruik en de CO2-opgave die daarvan is afgeleid. BMW claimt respectievelijk 4,5l/100km en 119g/km, maar tel voor de zekerheid toch minstens 5,5 tot 6 liter om echt rond te komen.