BMW heeft z'n uiterste best gedaan om de flexibiliteit die de elektrische architectuur met zich meebrengt ten volle te benutten. Dat zie je aan de creatieve vormgeving, met zwevende glanzend zwarte displays die behalve erg veel licht reflecteren ook een uitgebreid palet aan informatie op een overzichtelijke manier aan de bestuurder serveren. Tegelijk pakt het merk uit met innovatieve materialen. Zetelbekleding die gemaakt is van gerecycleerde PET-flessen bijvoorbeeld. Of de plantaardige vezelstructuur waaruit de deurpanelen en een deel van de boordplank is vervaardigd. Dat laatste oogt overigens botweg goedkoop en voelt ruw en onafgewerkt aan, maar de stof valt dan weer erg in de smaak. Wat niet gebeurt voor het plastic gebruikt voor het open opbergvak onder het centrale scherm. Dat is van een extreem krasgevoelige aard. Ondertekende grijpt ook spontaan naar de Rennies bij het zien van de blauwe accenten op het stuur, maar dat heeft wellicht te maken met een te grote blootstelling aan hybrides, plug-in-hybrides, elektrische auto's en ecodiesels die allemaal met dezelfde kleur dwepen.
Vooraan zit je erg ruim en goed, en natuurlijk is het stuur in hoogte en diepte verstelbaar. Over het zitmeubilair zou je kunnen opwerpen dat de steun bij lange ritten wat verwatert, maar omdat de i3 een voertuig is voor korte ritten, lijkt dat nauwelijks een argument. Op vlak van ergonomie scoort deze BMW over het algemeen uitstekend. Zelfs met de gewenning die onvermijdelijk is bij de vreemdsoortige versnellingspook net achter het stuur. Maar de audio-installatie van Harman Kardon, die kan vanwege een matige geluidskwaliteit weinig overtuigen. Achterin tenslotte is het wat krapper zetelen. Maar als je de i3 als een stadsrakker beschouwt, dan houdt het model zichzelf overeind en is het er aangenaam vertoeven.