De portieren kunnen traploos onder eender welke hoek open blijven staan en trekken zichzelf zacht dicht wanneer het tegen het slot wordt gezet. Geen nieuwigheden, maar wel zaken die tekenend zijn voor de zin voor detail. Door alle extra comfortvoorzieningen, isolatie incluis, is de S overigens niet lichter dan z'n voorganger. Maar omdat er meer gebruik werd gemaakt van aluminium, is hij evenmin zwaarder. Onder meer het dak, de motorkap en de voorvleugels zijn uit het lichte metaal vervaardigd, terwijl staal met een hoge treksterkte werd gebruikt om de stijfheid van het onderstel te verbeteren (zonder de massa de hoogte in te jagen). De torsiestijfheid in verhouding tot het gewicht en de afmetingen is zelfs met bijna 50 procent verbeterd ten opzichte van het vorige model. Dat betekent dat er bij een aanslag op de ophanging (op slecht wegdek bijvoorbeeld) minder vibraties de structuur in worden gestuurd. Het levert ook een meer solide indruk op, zonder dat je het gevoel krijgt met een tank rond te rijden.
En de koets is ook gladder dan voorheen, met een Cx-waarde die zich tot amper 0,24 beperkt. Koppel dat aan efficiëntere motoren en je eindigt bij de claim dat de zuinigste S amper 4,4l/100km drinkt. In vergelijking met dezelfde motoren in z'n voorganger bedraagt de verbruikswinst gemiddeld 20%. En om daartoe te komen helpen natuurlijk alle beetjes. Zoals het gebruik van LED's voor elk lichtstraaltje, ook binnenin. Het zijn er 300 in het totaal, waarvan elke koplamp er al 56 opslorpt.
Zet de S tenslotte om in afmetingen en je komt uit op een breedte van 1,89m en een lengte die slaafs de wielbasis volgt. Van neus tot staart meten we 5,12m voor onze testwagen en 5,25m voor de lange versie. In z'n korte uitvoering is de S-Klasse dus een tikkeltje langer en breder dan z'n voorganger, maar ook iets lager. De wielbasis, die bleef gelijk. Bij de korte editie spreken we dus nog steeds over 3,04m. Extra interieurruimte is er wel, waarvoor we de andere indeling bedanken.