Het paar elektromotoren is goed voor maximaal 380pk en 820Nm koppel, met een sprinttijd van 4,2 seconden als resultaat. Dat is 0,6 seconde sneller dan vier jaar geleden. Toeren hoeven er niet te worden opgebouwd, dus laten de centrales zich onmiddellijk van hun beste kant zien. Op andere vlakken vallen er ook geen vertragingen op te merken.
Zijn relatief hoge gewicht weet hij te compenseren met een uitgekiend weggedrag. Hij is achterwielaangedreven, maar maakt wel gretig gebruik van de beschikbare elektronica om het bestaansrecht van een goede chauffeur in vraag te stellen. Dus zijn we haast verplicht om de sportstand in te schakelen teneinde het ware karakter van de auto te analyseren. Van die reis zijn we niet kaal teruggekeerd. Het is eens wat anders dan een razendsnelle (meer naar onderstuur neigende) Audi met quattro-vierwielaandrijving.
Acceleraties gaan overigens gepaard met een futuristische soundtrack als een combinatie van mechanische geluiden en wat de marketingjongens en -meisjes een ‘sound composer' noemen. Gezoem dus, met de bedoeling om de beleving naar een hoger niveau te tillen. Dat is leuk (en best luid), maar niet hetzelfde.
De rit is slechts van korte duur, maar we kunnen er uit besluiten dat ook elektrisch aangedreven auto's op de zintuigen kunnen inspelen. Al hadden we dat natuurlijk al ondervonden aan boord van de Leaf Nismo RC, die weliswaar trager is maar tot een andere orde behoort. Toch missen we in beide gevallen het geluid van een verbrandingsmotor en blijven we sceptisch over de bestaande batterijtechniek. Het blijft immers voorlopig een veelwegende oplossing, die slechts een beperkte actieradius garandeert en lange oplaadtijden nodig heeft.