Onze testwagen staat te boek als de snelste Mini ooit. Sprinten naar honderd klaart hij in slechts 6,3 seconden (een halve seconde sneller dan de JCW met achterbank) en zijn topsnelheid bedraagt 242km/u. Verantwoordelijk voor deze straffe prestaties zijn uiteraard het lagere gewicht en de verbetere stroomlijn, maar ook de extra kracht die uit de kleine 1.6l viercilinder wordt verzameld. Die is uitgerust met directe injectie, een twinscrollturbo en variabele kleppentiming aan de in- en uitlaatzijde en wordt steevast aan een flitsende, handgeschakelde zesversnellingsbak gekoppeld. We zouden het niet anders willen.
Per liter tellen we 136pk en de koppelkromme bereikt een waarde van 260Nm. Dankzij de overboost-functie kan er zelfs even 280Nm worden uitgeperst. Het motorgeluid is in één woord verslavend te noemen. Luid is een andere omschrijving. Je kan er ongemeen hard mee gaan, en al zeker als je de naald boven 4.000 toeren parkeert. Dan lijkt er kracht in overvloed. Tot je de begrenzer aantikt bij 6.500 toeren. Hij valt uiteraard ook makkelijk te plaatsen en schept al doende een vertrouwensband met de bestuurder. Op de autosnelweg blijft hij stabiel reageren. Maar neem de bocht iets te kort of geef hem de sporen op een pokdalig wegdek en de elektronische waakhonden schieten ter hulp. Wielspin en koppelreacties in het gevoeliger afgestelde stuurwiel zijn hem in dat geval niet vreemd. Deze Mini beschikt overigens niet over een mechanische sper. In de plaats daarvan stellen we ons tevreden met een elektronische toepassing die inwerkt op de remmen en al doende een differentieel met beperkte slip imiteert.
De Mini GP is dagelijks inzetbaar, op voorwaarde dat je het gaspedaal voldoende beheerst, anticipeert op 'mindere' wegen en dus kan leven met een demping stugger dan voorheen. Het merk verklaart dat je 100 kilometer ver geraakt met 7,1 liter in de tank en dat komt neer op 165g/km CO2. In de praktijk liggen beide cijfers uiteraard hoger. Wij lieten onze tester over dezelfde afstand meermaals 12 liter van het kostbare goedje drinken. Dat lag weliswaar niet alleen aan de machine.