Nadat VW in 1998 de Kever liet reïncarneren deden de Duitsers anno 2012 een nieuwe poging om kopersharten met een zwak voor nostalgie voor zich te winnen. Daar waar z'n moderne voorganger net iets te veel zijn best deed om de aaibaarheid van het origineel te benaderen, kwam de nieuwe (maar niet langer New) Beetle zelfzekerder, sportiever en mannelijker voor de dag. Net zoals Mini kiest het huis resoluut voor een eigentijdse interpretatie van het initiële concept. Met uitzondering van de kostprijs, want daar waar de oorspronkelijke kever zijn succes vooral te danken had aan de combinatie van een bijzonder aantrekkelijk prijskaartje en plaats voor vijf, staat de goedkoopste variant vandaag voor een niet bepaald democratische € 17.500 in de catalogus ... en heeft hij één zitplaats minder.
In het voordeel van de Beetle pleit anderzijds dat zijn prijsetiket nu wel wat meer aanleunt bij wat voor een gelijkaardig afgemonteerde Golf wordt gevraagd. Uiteraard is de Cabriolet, de hoofdrolspeler van dit testverslag, wel altijd net wat duurder. Het kost je minstens € 21.600 om er een open versie van mee naar huis te nemen en in ruil staat er dan een 105pk sterke 1.2 TSI voor de deur. Leg je € 24.870 op tafel, dan kan er een 160pk opwekkende 1.4 TSI vanaf. Met € 28.340 kom je toe voor de benzinetopper, uitgerust met een 2.0 TSI die 200pk naar de voorwielen stuurt. Dieselen kan vanaf € 23.580 met een 1.6 (105pk), of vanaf € 26.180 met een 2.0 (140pk). Wij houden het deze keer bescheiden, en nodigen de 1.6 TDI uit voor een uitstap in open lucht.