Nog voor er één pennentrek op papier staat, kan je er van uitgaan dat de ontwerper belast met een nieuw model door drie zaken gestuurd wordt. De vigerende (veiligheids- en ruimte)eisen van het segment spelen uiteraard een doorslaggevende rol, net als vooraf vastgelegde zaken zoals motorengamma, wielbasis, platform en dergelijke meer. Ten tweede dicteert de huisstijl de algemene vormgeving; voor de Clio is dat de alom positief ontvangen frisse wind die Laurens van den Acker door het gamma blies. En als er na al die inmenging dan nog wat ruimte voor eigen inbreng overblijft, gaat de ontwerper een potje hersenwaaien en komt naar buiten met Een Idee.
En dat Idee is in het geval van de Clio een shooting break. Of brake, zo je wil. Renault doelt op het door nostalgie doordrenkte concept van een sportieve break met coupé-alures, genre Mercedes CLS Shooting Brake, of het Altica concept uit eigen huis. De uitwerking van die invalshoek is duidelijk te zien in de weggewerkte deurhendels van de achterportieren, de gesculpteerde achterkant en de zwarte c-stijlen die het dak optisch doen zweven. Verder hechtte Yohann Ory, de man met Het Idee, tevens belang aan een lange gordellijn, gespierde heupen en zelfs een dak met negatief reliëf dat - extra punten! - regelrecht uit de luchtvaart stamt. Die daklijn ziet er niet alleen goed uit, maar is ook functioneel, dixit Ory.
We zochten het even op, en inderdaad, zo'n 'superkritische' vleugel is bijzonder efficiënt. Bij net niet supersonische snelheden dan toch. Alle marketinggezwets terzijde ziet de ten opzichte van de vijfdeurs 825mm langere Clio Grandtour er erg gelikt uit. Of om de man alweer te citeren: Renault wou geen break op de markt brengen die eruit zag als een hatchback met een rugzak aan. Kijk, dat is nog eens klare taal.