Tegenwoordig hoef je je niet meer te schamen om je gezelschap uit te nodigen in je bonkige pick-up, want deze allesladers worden vandaag haast op hetzelfde niveau afgewerkt als gewone personenwagens, zij het dat er steeds over wordt gewaakt dat fantasie niet ten koste gaat van praktische inzetbaarheid. De gebruikte materialen zien er dus ook in deze Ranger helemaal niet ondermaats uit, maar blijven nog wel makkelijk te onderhouden. Alle hedendaagse snufjes zijn aanwezig, maar Ford houdt het stukken soberder dan in de nieuwe Kuga, Fiesta of Focus en dat is in dit segment alleszins een pluspunt.
Enkele minpunten dan. De Ranger is een Amerikaan, dus alles ziet er groter uit dan strikt noodzakelijk. Niet alleen de cabine is bijzonder genereus voor lijf en leden, ook de knoppen, de spiegels ... haast alles is royaal opgemeten. Behalve het navigatiescherm. Het dingetje is nauwelijks groter dan een moderne smartphone en oogt niet alleen ridicuul in de massieve boordplank, het is ook simpelweg moeilijk afleesbaar. Schrijft een journalist met 12/12 zicht. Tweede misser is de brillenhouder in de dakhemel: slecht afgewerkt, ongelijke naden, veel te groot. Ook de "premium" middenconsole (zo staat ie in de prijslijst), net als de zonnebrilhouder standaard vanaf het Limited niveau, lijkt zo uit de gietmal te komen zonder dat de kantjes netjes zijn afgevijld zoals het hoort.
Detailkritiek, want voor het overige worden we - zeker in deze Wildtrak versie - op alle vlakken verwend. Heerlijk zittende lederen zetels met ruime hoofdsteunen, zetelverwarming, een achteruitrijcamera in de spiegel, twee-zone klimaatregeling en een prima geluidsysteem: het is er allemaal. En dat voor een erg aantrekkelijke prijs. Ook de specifieke Wildtrak markeringen mogen er zijn, al moet je dan wel van oranje houden. Het belangrijkste houden we voor het laatste: de geluidsisolatie doet voortreffelijk haar werk, en dat is voor zij die een doorgaans erg rumoerige pick-up cabine gewoon zijn, toch wel een serieuze troef denken we zo.