Ford heeft een naam hoog te houden wat het rijgedrag van zijn borelingen betreft. Ofschoon de mondiale gelijkschakeling van haar modellen onvermijdelijk gepaard gaat met het bijvijlen van de scherpe kantjes in het weggedrag, blijft ook deze Kuga een bijzonder plezierige metgezel in de omvang. Het volwassen onderstel, met een erg geavanceerde multilink-architectuur onder de achtertrein presteert exceptioneel goed en zelfs het stuurgevoel heeft weinig te lijden onder de tegenwoordig obligatoire electronische bekrachtiging.
Dat alles zorgt voor een vermogen om een strak bochtengedrag te combineren met een erg vergevingsgezinde opstelling ten opzichte van grote oneffenheden. Het compromis komt dicht in de buurt van de nieuwe Subaru Forester, die op vlak van comfort het voortouw neemt in het segment. Anders dan die laatste echter, valt de Kuga (net zoals de meeste collega's in dit segment) in het onverharde compleet door de mand. Maar die kwaliteit beoordelen we natuurlijk niet bij deze op slechts twee wielen aangedreven versie.
De 1.6 turbobenzine belooft maar liefst 25% zuiniger te zijn dan voorheen, en dat is belangrijker nieuws dan dieselminnend Vlaanderen op het eerste zicht misschien wel denkt. Volgens Ford komt de tweewiel aangedreven versie met 150pk gemiddeld toe met 6,6l/100km (CO2 uitstoot 154g/km); met 8,6l/100km deden wij daar in meer realistische omstandigheden precies twee liter bij. Dat is amper een litertje meer dan wat de gelijkaardig uitgedoste zelfontbrander uit de tank zuigt. Die beperkte meerkost aan de pomp valt in het niets bij de extra Euro's die je moet ophoesten bij de aanschaf en belasting op inverkeersstelling. De meerbedragen zijn respectievelijk € 2.500 en € 200. Bovendien kost de benzine minder in onderhoud en is tevens de jaarlijkse verkeersbelasting zo'n € 130 goedkoper. In de wetenschap dat de benzine dankzij de turbo overigens behoorlijk schakellui en discreet opereert, lijkt de keuze ons dan ook voor de hand liggend.