Het straatbeeld mag dan wel anders doen vermoeden: het rijk der monovolumes is niet ineengestort. Onder druk van hoge taksen en dito brandstofprijzen wordt de klassieke 'mono' met een volwaardig zitmeubilair voor zeven uiteraard enkel nog aangeschaft als daar een reële behoefte voor bestaat. Dit initieel eerder uniforme aanbod is vandaag echter ondergebracht in verschillende subsegmenten, terwijl elk van die (soms helemaal nieuwe) oplossingen het in wezen zelfde probleem vanuit een verschillende invalshoek benaderen. En allemaal dingen ze naar de hand van aktieve en/of grote gezinnen.
Zowel bij de suv-achtigen als bij de midsize eenvolumers behoort een derde zetelrij voor 'in-geval-van' vaker wel dan niet tot de mogelijkheden. Zoals ook bij de Verso, Toyota's strijdwapen in die laatste groep. De Japanse Veelzijdigheid werd recent in het nieuw gestoken en wij gingen na of die operatie zonder negatieve bijwerkingen is verlopen.
Met een startprijs van € 19.530 blijft de Verso in configuratie met vijf zitplaatsen nipt onder de psychologische grens van € 20.000. Onder de kap zit dan de 1.6 benzine met 132pk, dieselliefhebbers moeten minstens € 21.590 veil hebben voor de 2.0 D-4D met 126pk. Helemaal aan de top van de piramide staat de 2.2 D-CAT, een 150pk sterke oliestoker, steeds voorzien van zestrapsautomaat en zeven zitplaatsen. Deze laatste is tevens enkel te krijgen in het hoogste uitrustingsniveau, Premium. En aangezien de optielijst zo leeg is dat Toyota misschien maar beter geen enkele optie had aangeboden, is de prijs van deze all-in oplossing met € 31.300 niet eens zo gek nog niet.