Subaru maakt er een zaak van haar auto's aan de buitenkant kleiner te doen ogen dan ze werkelijk zijn. Dat merk je zonder te meten doorgaans pas als je er een andere wagen uit hetzelfde segment naast parkeert. Of wanneer je plaats neemt aan boord. Want de Forester is een ruime wagen, met flink wat plaats voor alle inzittenden, voldoende bergvakken en comfortabele stoelen. Met dank aan de grote ramen is de zichtbaarheid op de omgeving van op elke stoel exemplarisch.
Trouw aan haar fundamenten trekken de Japanners dan weer hun neus op voor een grote inbreng aan esthetische argumenten. Het geheel oogt op zich weliswaar verzorgd en degelijk. Duurzaam vooral. En alhoewel Subaru de meeste zaken eerder discreet in het interieur onderbrengt, zijn alle moderne snufjes wel degelijk aanwezig én bovendien ergonomisch ingeplant.
In deze 2.0XT Executive Sport topversie zit alles op en aan. Tot een schuifdak, navigatie en leder toe. Maar verwacht niet de elegantie van gelijkaardig geprijsde Duitse of Zweedse concurrenten, al moet je voor de gevraagde € 42.290 bij die laatsten weliswaar genoegen nemen met kale basisversies als je met gelijkaardige motoren en aandrijflijnen gaat vergelijken. Toch blijft de indruk die we bij het exterieur reeds kregen overeind: er is duidelijk beterschap ten opzichte van vorige versies, maar toch zou een doordachter beleid ter zake de aantrekkelijkheid van het geheel nog een stuk omhoog kunnen krikken, en dit zonder dat de productiekost daarvoor de hoogte in hoeft te gaan.